Second opinion bedrijfsarts

Iedere werknemer heeft het recht op een second opinion. Dat betekent dat hij een andere bedrijfsarts mag raadplegen als hij het niet eens is met het advies van de behandelend bedrijfsarts.

 

Wanneer een second opinion?

Een werknemer kan een second opinion aanvragen als hij het niet eens is met bepaalde adviezen van de bedrijfsarts. Dit kan gaan om zaken als:
  • adviezen over verzuimbegeleiding, bijvoorbeeld wat de werknemer nog kan;
  • adviezen die in het open spreekuur aan bod komen;
  • bevindingen na een uitgevoerd arbeidsgezondheidskundig onderzoek, beter bekend als het preventief medisch onderzoek (PMO, of PAGO).
 
De second opinion gaat over de individuele, persoonsgerichte adviezen van de bedrijfsarts en niet over collectieve zaken als bijvoorbeeld het verzuimbeleid of de risico-inventarisatie.

 

Hoe werkt een second opinion bij Verzuimmanagement op maat?

Alleen een werknemer kan een second opinion aanvragen. U als werkgever kunt dat niet. Als een werknemer een second opinion wenst, vraagt hij dit aan bij zijn bedrijfsarts. De bedrijfsarts mag dit verzoek niet weigeren, tenzij hiervoor zwaarwegende argumenten zijn. Voorbeelden hiervan zijn:
  • een conflict tussen werkgever en werknemer, waarbij de second opinion als instrument wordt ingezet;
  • de werknemer heeft geen concrete vraag;
  • als er al meerdere malen om een second opinion is gevraagd op hetzelfde advies.
 
In dat geval moet de bedrijfsarts kunnen motiveren waarom er geen second opinion komt. Gaat de bedrijfsarts wel akkoord met een second opinion? Dan bepaalt hij samen met de werknemer de vraagstelling voor de arts die de second opinion uitvoert.
 
Een BIG-geregistreerde bedrijfsarts van de Landelijke pool bedrijfsartsen voert in principe de second opinion uit, tenzij de werkgever met ArboNed andere afspraken heeft gemaakt. Vanzelfsprekend voldoen de bedrijfsartsen uit de pool aan de geldende regelgeving. De meest actuele lijst van bedrijfsartsen vindt u op www.bedrijfsartsensecondopinion.nl. De werknemer kan kiezen voor een specifieke bedrijfsarts die niet deelneemt aan de Landelijke pool bedrijfsartsen. In dat geval hoeft de werkgever de kosten niet te dragen. Heeft de werknemer een keuze gemaakt dan stuurt de bedrijfsarts met toestemming van de werknemer alle noodzakelijke informatie naar de second opinion arts. Het advies van de eerste bedrijfsarts blijft in principe van kracht.